Gedachten over onvoorwaardelijke liefde
Soms denk ik veel, meestal eigenlijk… en na aanleiding van het webinar van ISPS over herdenken en verbinden, met als thema de holocaust, bracht het me tot vragen. Waartoe is de mens in staat? Het is al pijnlijk dat mensen in psychiatrische instellingen werden opgesloten, maar als zij ook nog in dwangbuizen zijn afgevoerd regelrecht de gaskamers in, is onbegrijpelijk. Vragen over liefde, moraal, vrijheid en verantwoordelijkheid.
En in één ruk las ik gister het boek van Inez weski “Het geluid van de stilte” wat ik zeer indrukwekkend vond. Met thema’s als macht en onmacht, het verlangen naar rechtvaardigheid en de zware last van de rol van de geheimhouder. De meerwaarde van gescheiden macht en de ineenstorting daarvan. Geen stil verdriet in mijn hart maar een soort hart verscheurend gehuil om de mensheid. Dan voel ik de zwaarte van leed en onmacht tegenover macht. Verdriet om de aarde die wordt uitgebuit, verdriet vanwege de hebzucht, verdriet vanwege onrechtvaardigheid. Dan vallen mijn kleine ruzietjes mee of het gegil van onze kinderen om wat knikkers.
Dan voel ik de vragen weer komen… Waarom G’d, wilde u de mens?! Waarom?! Hoelang nog?
Waarom komt er geen eind aan? En ja ik weet het antwoord als G’d zijn liefde wilde geven kon het enkel als G’d een tegenover had iemand die het kon ontvangen. Iemand die het vanuit vrije wil wilde ontvangen en beantwoorden. Zoals in het boek Job de tegenstand, G’d eigenlijk uitdaagt met de vraag ‘Is er wel een mens die U onvoorwaardelijk liefheeft zoals u de mens onvoorwaardelijk liefheeft? G’d noemt job rechtvaardig, maar is hij nog zo rechtvaardig als hij alles verliest, als G’d hem niet zegent? job verliest vanwege deze vraag alles, zijn rijkdom, zijn gezin, zijn gezondheid, en de vraag is, blijft hij rechtvaardig en trouw aan G’d? Het boek leert uiteindelijk dat hij berouw/terugkeer toont en zich getroost weet door de Schepper van het universum die hem de Schepping laat zien. En G’d zegent hem dubbel.
mooie video over het boek job.
De vraag is dan ook niet waarom G’d? of hoelang nog G’d? Maar waarom Mens? Hoelang nog mens? Wanneer ga je beantwoorden in Liefde?
Dat thema onvoorwaardelijke liefde houd me bezig, wat is dat dan? En eigenlijk kom ik tot de conclusie ‘onvoorwaardelijke liefde is ergens ook hartstikke pijnlijk’. Niet enkel tussen G’d en de mens, maar net zo goed tussen mensen onderling… (hart-stikke is ook nog eens een treffend woord want het hart kan stikken van pijn, omwille van de ander, dan is het moeilijk niet te sluiten, en telkens weer te ontmoeten vanuit die onbaatzuchtige liefde. Ik kan natuurlijk niet weten of het moeilijk is voor G’d, maar in ieder geval wel voor de mens)
Als ik mijn liefde en goedheid wilt tonen dan kan ik dat niet door mijn verwachtingen op te leggen op jou, je te dwingen, het zou niet wederkerig zijn. Vanuit liefde zou jij mij kunnen beantwoorden… Als ik jou onvoorwaardelijk lief verlang te hebben dan geef ik jou de keuzevrijheid om mij lief te hebben op een manier die jou goed acht, terwijl het misschien geen liefde is, omdat je nooit geleerd hebt werkelijk lief te hebben, het bevat de mogelijkheid dat jouw handelen (keuzevrijheid) mij pijn doet. Als ik onvoorwaardelijk wil lief hebben, heb ik in te calculeren of heb ik te zijn met mijn pijn ten aanzien van jou. Als ik jou werkelijk mijn onvoorwaardelijke liefde wil geven heb ik jou te laten zien wat onvoorwaardelijke liefde is…
En net zo goed andersom
Als jij jouw liefde en goedheid wilt tonen dan kan jij dat niet door jouw verwachtingen op te leggen op mij, mij te dwingen, het zou niet wederkerig zijn. Vanuit liefde zou ik jou kunnen beantwoorden… Als jij mij onvoorwaardelijk lief verlangt te hebben dan geef jij mij de keuzevrijheid om jou lief te hebben op een manier die mij goed acht, terwijl het misschien geen liefde is, omdat ik nooit geleerd heb werkelijk lief te hebben, het bevat de mogelijkheid dat mijn handelen (keuzevrijheid) jou pijn doet. Als jij onvoorwaardelijk wil lief hebben, heb je in te calculeren of heb jij te zijn met jouw pijn ten aanzien van mij. Als jij mij werkelijk jouw onvoorwaardelijke liefde wil geven heb jij mij te laten zien wat onvoorwaardelijke liefde is…
“Ware liefde die een integraal bestanddeel van onze verhouding tot G’d vormt, is onbaatzuchtig. Een van de meest fundamentele richtlijnen die we hebben gekozen luidt ‘gij zult u naaste liefhebben als uzelf’. Maar hoe kan dat? Het antwoord schuilt in het feit dat ware en onbaatzuchtige liefde niet uit het lichaam maar uit de ziel ontspringt. Liefde is de dominantie van de geest over materie. Uit de wetten van de stoffelijkheid vloeit voort dat twee voorwerpen niet tegelijkertijd één en dezelfde ruimte kunnen innemen. De ziel daarentegen overstijgt tijd en ruimte, overstijgt de gerichtheid op het eigen ik, en maakt het mogelijk je eigen ik werkelijk met een ander te delen. (…)De wijsheid van G’d is op één ding gericht: ons te leren hoe wij moeten liefhebben, opdat we onze stoffelijke grenzen overstijgen en een meer spirituele plaats vinden. Deze reis kan alleen door de ziel worden gemaakt en liefde is de taal die wij gedurende die reis moeten leren spreken. Liefde is een manier om met G’d te spreken. Als je in iemands ogen kijkt en je houdt van die mens dan overstijg je de fysieke wereld en sta je in direct contact met G’d. (…)Ware liefde is de ene ziel die de andere welkom heet. (…) Voorwaardelijke liefde deelt je leven op in stukjes, onvoorwaardelijke liefde is geïntegreerd in alle delen van je bestaan. En tenslotte is onvoorwaardelijke liefde het werktuig waarmee wij de hoogste werkelijkheid, G’d, leven kennen. Ware Liefde is de grondslag waarop onze hele wereld is gebouwd. Al onze wetten, al onze standpunten, al onze interacties komen uit hetzelfde principe voort. Liefde ligt aan de wortel van alle wellevendheid en zedelijk gedrag. Zonder liefde zou h et onmogelijk zijn met elkaar te leven, elkaars verlangens te respecteren, en iedereen met de medemenselijkheid te behandelen, die wij zelf graag zouden ontmoeten.”
“Velen van ons beseffen niet dat wat wij liefde noemen in feite niets anders is dan het zoeken van G’d. De dwingende behoefte waaraan we uiting geven als we zeggen: ‘ik heb de behoefte aan iemand die voor mij zorgt’ of ‘ik verlang naar intimiteit met iemand’, is in feite het verlangen ons stoffelijk ego te overstijgen en in contact te komen met onze ziel. In zekere zin zou de liefde voor een ander de liefde tot G’d moeten zijn, en vica versa. Een mens die G’d kan beminnen, maar niet in staat is tot liefde voor een medemens, bemint G’d niet werkelijk. En een mens die een ander bemint, maar G’d geen liefde tot G’d bezit, zal uiteindelijk tot de conclusie komen dat wat hij liefde noemt voorwaardelijk en zelfzuchtig is, wat inhoudt dat er van werkelijke liefde geen sprake is.” uit: zinvol leven
Mijn hart verlangt onbaatzuchtig lief te hebben, al heb ik regelmatig het gevoel dat ik hierin vaal, dat ik tekort schiet. En mee gesleurd wordt met ideeën vanuit ego.
Binnen IoPT/IZR werken we met het verlangen van iemand. Met regelmaat zie ik een beweging naar het ‘Ik’, wat ergens mooi is en belangrijk. Maar ergens mis ik daar ook iets, want enkel de beweging naar ‘ik’ kan ons zelfzuchtig maken. ‘ik’ bestaat niet los op zichzelf, is onderdeel van het geheel, ALTIJD. Zoals in Zinvol leven prachtig is beschreven is werkelijke liefde het delen van het eigen ik, met een ander. Het openen van de ziel voor een andere ziel.
Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens, de mens. Spreuken 27:1