Jehi Ohr, Laat er Licht zijn
Het Woord en het Begin
“Jehi Ohr” Laat er licht zijn.
Met deze woorden begint het mysterie van de schepping, de eerste trilling die de stilte verbrak. Uit Genesis 1:3 spreekt niet enkel een daad van schepping, maar een openbaring: een God die schept door te spreken, door klank en vibratie. “En God zeide: Laat er licht zijn, en er was licht.”
Dit schilderij, getiteld Jehi Ohr, is een ode aan Hem, de scheppende kracht van het gesproken woord. In deze woorden ontvouwt zich de taal van het bestaan zelf, waarin alles leeft, beweegt en met elkaar verbonden is.
Want wat is dat licht dat als eerste werd geschapen? De zon en de maan waren er immers nog niet; de duisternis was er reeds; of zoals de wijzen zeggen, duisternis is slechts de afwezigheid van licht. Het licht waarover Genesis spreekt, lijkt van een andere aard, niet stoffelijk, maar bewustzijnslicht. Een vonk van kennis, een stroom van verbinding.
“Hij gebood en zij werden geschapen,” zegt Psalm 148:5.
Het Woord schept niet slechts vormen; het wekt resonantie, vraagt om antwoord.
Licht, de onzichtbare taal van het universum
Wetenschap noemt licht een vorm van elektromagnetische energie, trillingen van elektrische en magnetische velden, reizend met onvoorstelbare snelheid door de ruimte. Deze trillingen, deze golven, bestaan uit fotonen: zonder massa, maar vol energie, richting en impuls.
Waar materie bestaat uit vaste deeltjes, is licht de boodschapper ertussen. Fotonen verbinden deeltjes met elkaar; ze dragen energie en informatie, zonder te rusten. Zonder dit voortdurende spel van licht zou de wereld zwijgen: geen warmte, geen communicatie, geen leven.
Zo wordt licht een taal, de onzichtbare taal van het universum. Een stille stroom van informatie die materie doordringt en leven mogelijk maakt. Waar beweging is, waar energie stroomt, daar is licht, zichtbaar of onzichtbaar.
Het schilderij herinnert eraan dat God niet eerst de materie schiep waarmee Hij kon spreken, maar eerst het middel zélf: de verbinding, trilling, het licht, de taal van het universum. Het Woord werd de ruimte waarin alles kon ontstaan.
“Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar tezamen.” Jesaja 48:13
En zoals Jesaja 55:11 getuigt:
“Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.”
In het Johannesevangelie klinkt dezelfde echo:
In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
Het licht is dus niet slechts dat wat schijnt, maar dat wat verbindt.
De trilling waarin het universum zichzelf herkent, met zichzelf communiceert in de grote verscheidenheid van fragmenten in het geheel.
De Mens als Medeschepper
God schiep de aarde met alles wat daarop leeft; elk naar zijn soort, ieder met een eigen beleving, en toch allen één in hun oorsprong. “Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt, het aardrijk is vol van Uw goederen.” Psalm 104:24
De mens, geschapen naar Zijn beeld, draagt een vonk van diezelfde scheppingskracht in zich. Zoals God schept door het Woord, zo schept de mens door denken, spreken en handelen. Ons denken, ons voelen, onze verbeelding, zij vormen werelden, elk uniek, maar allen in verbinding.
Spinoza schreef:
“Wij kunnen ons een oneindig denkend wezen voorstellen, want hoe meer een denkend wezen kan bedenken, des te meer realiteit of volmaaktheid bevat het. Een wezen dat oneindig veel, op oneindig veel manieren kan uitdenken, is noodzakelijk oneindig dankzij het denken.”
Zo weerspiegelt de menselijke geest iets van het goddelijke denken, de voortdurende schepping van vormen, ideeën en werkelijkheden. Iedere gedachte is een trilling, een kleine schepping op zichzelf, in een schepping.
Denken, Bewustzijn en Schepping
In elk moment schuilt de mogelijkheid van schepping, een oneindig veld van gedachten, gevoelens en mogelijkheden. Het denken zelf is vormloos, maar beweegt door de vorm heen als energie. Zoals licht reist door materie, zo beweegt bewustzijn door de menselijke ervaring.
Onze gedachten scheppen onze werkelijkheid. Ieder mens leeft in een innerlijke wereld die de buitenwereld vormt en weerspiegelt.
Door de ander, kunnen we onszelf ontmoeten. Door de interactie en verbinding, of gebrek aan verbinding ontmoeten we wat er in onszelf leeft. We creëren onze ervaring onze leefwereld van binnen naar buiten, en de buitenwereld toont ons wat er van binnen leeft.
De anderen, bestaan als het ware in ons, en wij in hen. Wanneer we de ander afwijzen, wijzen we een deel van onszelf af, een deel dat we liever niet willen zien in onszelf. Of, de ander laat ons iets voelen wat we diep van binnen vermijden.
Onze gedachten, emoties en gedragingen geven ons feedback over ons zielenleven. En onze omgeving reageert daarop. Niet alleen in woorden, maar vooral voelbaar: in energie, in de subtiele taal van non-verbale communicatie.
De profeet Zacharia (12:1) zegt:
“De HEERE spreekt, Die de hemel uitbreidt, de aarde grondvest, en des mensen geest in zijn binnenste formeert.”
Men kan dit lezen als: God vormt in de mens de geest. Maar een alternatieve interpretatie zou zijn, God vormt de geest van de mens in Zijn binnenste.
Gen 2:7 En de HEERE God had de mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.
Of zoals prediker 12:7 zegt, “en dat het stof wederom tot aarde keert, als het geweest is, en de geest weder tot God keert, die Hem gegeven heeft.
Daar komt de ruach ‘geest’ van God uit God zelf voort, dus men zou kunnen zeggen dat ze “in Hem” haar oorsprong heeft. Vanuit die gedachte kun je kunnen zeggen:
Zelfs al zegt de grammatica in zach 12 “in zijn binnenste (van de mens)”, de bron van die ruach adam (des mensen geest) ligt in het kerev Elohim, het binnenste van God.
De Boom des Levens
In het schilderij groeit de Levensboom als symbool van verbinding tussen hemel en aarde. De wortels reiken in de aarde van menselijke ervaring; de takken ontvouwen zich in het hemelse licht. De stad aan de voet van de boom vertegenwoordigt de wereld van de vorm; de sferen erboven tonen de hogere werelden; de hemel der hemelen (Nehemia 9:6).
“Gij zijt de HEER, Gij alleen;
Gij hebt de hemel gemaakt,
de hemel der hemelen met al hun heir,
de aarde en alles wat daarop is.”
De bollen in het schilderij verbeelden werelden zowel hemels als de innerlijke werelden de diversiteit in éénheid.
Zoals in Kolossenzen 1:16–17 staat:
“Want in Hem zijn alle dingen geschapen, in de hemelen en op de aarde, hetzij tronen, heerschappijen, overheden of machten; alles is door Hem en tot Hem geschapen. En Hij is vóór alles, en alles bestaat samen in Hem.”
De schepping is niet buiten Hem, maar in Hem. Het universum leeft, beweegt en ademt binnen de Ene.
De Emanaties van het Licht
De letters in de cirkels verwijzen naar de Sefirot, de goddelijke emanaties van de kabbalistische levensboom (Etz Chaim). Zij beschrijven hoe het Oneindige (Ein Sof) zich openbaart in de veelheid van de schepping, zonder Zijn eenheid te verliezen.
De hogere drie Keter, Chochmah, Binah vertegenwoordigen de goddelijke wijsheid:
- Chochmah (חָכְמָה) wijsheid, de vonk van inzicht, de scheppende intuïtie.
- Binah (בִּינָה) begrip/inzicht, het ontvankelijke begrip dat die vonk vormgeeft.
- Da’at (דַּעַת) kennis/bewustwording, de kennis die hoofd en hart verbindt.
Op de plek waar da’at zou moeten staan, staat de letter hee ה, die de letter dalet דַּ in zich draagt. De letter Hee is de letter die de Godsnaam representeert, terwijl de letter dalet ‘deur’ betekent, en verwijst naar Yeshua de Messias, die de deur is, het middel, de verbinding, het woord, het licht tot G’d.
Daaronder bevinden zich de emotionele emanaties:
- Chesed (חֶסֶד) liefde en genade, de stroom van vrijgevigheid.
- Gevurah (גְּבוּרָה) kracht en oordeel, de grens die vorm geeft.
- Tiferet (תִּפְאֶרֶת) schoonheid en harmonie, het evenwicht van liefde en waarheid.
Samen vormen zij een dynamisch geheel, een ritme van geven en ontvangen, van licht en schaduw, van schepping en terugkeer.
De Eeuwige Bron
“Ik zal zijn die Ik zal zijn,” zegt God tot Mozes (Exodus 3:14).
“ Ik ben de Eerste en de Laatste, en behalve Mij is er geen God.” (Jesaja 44:6)
“ Ik ben de HEERE, en er is geen Redder (Moshia) behalve Mij.” (Jesaja 43:11)
Deze woorden ademen de eenheid van het bestaan, een voortdurende schepping waarin alles in Hem leeft. Zoals Spreuken 3:17–21 zegt over de Wijsheid, de Tora, het levende woord, de Boom des Levens:
“Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid,
en al haar paden vrede.
Zij is een boom des levens voor degenen die haar aangrijpen,
en elkeen die haar vasthoudt wordt gelukzalig.
De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond,
de hemelen door verstandigheid bereid.
Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd,
en de wolken druipen dauw.”
Zo getuigt dit schilderij van eerbied voor de Bron van al het licht
voor het Woord dat leven spreekt,
voor de trilling die alles doordringt,
voor de verbinding die de schepping draagt.
Het is een uitnodiging om te scheppen als mens
wegen van liefde, waarheid en rechtvaardigheid te vormen,
in resonantie met het Licht dat in den beginne werd gesproken:
Jehi Ohr, Laat er licht zijn.
(En ik schrijf het er toch maar weer bij, ik ken de waarheid niet, ik zie enkel mijn perspectief, een fragment in het geheel, een interpretatie.)
Alle Bijbelteksten op het schilderij:
In de cirkel bij de hee:
Ex 3:14 Ik zal zijn die ik zal zijn
Psa 148:5 Hij gebood en zij werden geschapen
Jes 44:6 Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God.
Bij het water:
Jes 12:3 En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils;
Psa 36:10 Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht.
Jes 44:3 Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Bij het uitspansel:
Gen 1:2 Laat er licht zijn
Jes 48:13 Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar tezamen.
Jes 43:11 Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.
Teksten op de lijnen
Gen 1:1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Jes 55:11 Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend.
Spr 3:17-21 (vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.)
Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede. Zij is een boom des levens (etz chayim) degenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vast houdt, wordt gelukzalig. De HEERE heeft de aarde door wijsheid (chochma) gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. Door Zijn wetenschap (da’at) zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw. Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.
Psa:104:24 Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen.
Joh 1:1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
