Ik ben op reis, ik noem het leven. Alles van de natuur is zo mooi, er is van alles dat leeft. De planten de bomen, de vogels, de vissen, miljoenen bacteriën, schimmels. Aan de ene kant leven ze in harmonie samen; zo zijn er vruchten en planten voor dieren, geven dieren bevruchting aan het land zodat planten weer groeien zijn er weer insecten en schimmels die verteren en de grond levend houden. Aan de andere kant lijkt er een strijd gaande; dieren die elkaar opeten, afbraak van bomen en planten, pijn en dood. Het leven lijkt een contradictie. Overal zijn deze tegenpolen te zien. Neem bijvoorbeeld water het is de bron van al het leven op onze planeet, maar het heeft de potentie enorme verwoestingen aan te richten, of we kunnen er in verdrinken / verzuipen. Of kijk naar de zon, de zon geeft warmte die nodig is voor leven, maar ze kan verbranden en zelfs verteren als we te dichtbij komen. Op een bepaalde laag is er goed en kwaad, leven en dood. Maar wat is leven? Wat is dood? Kan leven dood gaan? Als er iemand overlijdt zeggen we vaak deze persoon is dood. Maar als jij levend tegenover me staat en ik vraag je ‘ben je dood’? Zou je me vreemd aankijken? Dus de vraag is wat gaat dood? Is leven, dood? Het is misschien wat ongebruikelijk om over te schrijven maar stel een lichaam ligt in de grond, dan ontstaat daar een gigantisch proces van levende afbraak, prachtige levende schimmels, bacteriën, insecten doen een werk van afbraak.
Wat gebeurt hier? Is dit goed of slecht? Volgens het woordenboek, betekend slecht ‘van onvoldoende kwaliteit, ongunstig, onaangenaam’. Eigenlijk alles waarvan we vinden dat het niet zou moeten gebeuren. Als we lijden en pijn ervaren zouden we kunnen zeggen dit is dus slecht. Maar is dat zo? Wat gebeurt er in deze disharmonische harmonie wat we leven noemen? Zouden we moeten streven naar heelheid of goed? Of wordt er een balans gevraagd?
Nog wat voorbeelden; de woorden die we uitspreken kunnen tot groei zijn of tot afbraak, we kunnen eten tot groei of afbraak, we kunnen drinken tot groei of afbraak. Je zou kunnen spreken over inzicht en wijsheid die samen schoonheid vormen. Al zijn dit maar woorden voor iets dat haast niet is te benoemen. Het denken, verstand, het inzicht kan een beperking zijn voor de wijsheid, intuïtie, levensenergie. Of met andere woorden zou je kunnen zeggen er is telkens iets van creatie/beweging/vloeiend en er is iets beperkend/vast. Samen in balans zijn ze schoonheid. Denk bijvoorbeeld aan muziek. Het instrument is vast/vorm de lucht die ik blaas in een instrument is vloeiend is beweging. Enkel de vloeiende beweging is geen muziek, ik heb de vorm nodig, de greep op de knoppen die de luchtstroom beperken, dan ontstaan er tonen, muziek en schoonheid. Dit concept zie je overal terug komen in de maatschappij, in de natuur, en in gedrag. Overal wordt er om balans gevraagd, maar waar is die balans?
De eerste zin ‘ik ben op reis, ik noem het leven’. Zou kunnen suggereren dat er een ‘ik’ is en ‘een leven/reis’. Maar klopt dit wel? De planten en bomen leven, de natuur leeft, ben ik geen onderdeel van dit leven? Ik zou schrijven ik ben leven. De non-dualiteit, de creatie, de wijsheid, heeft de dualiteit, de vorm, nodig om te leven om schoonheid te zijn. Deze reis is in mij, vanuit mij naar de buitenwereld.
Pas las ik in een boek er is geen hart zo heel als een gebroken hart. Dit aforisme raakte me.
De buitenkant van wie ik denk te zijn, of wat verwacht wordt wie ik ben, of waar ik mij mee identificeer is als een harde schaal om een hart. Zo kan ik me identificeren met mijn lichaam mijn haar, maar wie ben ik zonder mijn haar? Zo kan ik me identificeren met mensen ze zouden me eigenwaarde kunnen geven, maar wie ben ik zonder deze mensen? Waar is werkelijk eigenwaarde? Zo kan ik me identificeren met mijn ervaringen, ervaringen die ik zowel goed of fout kan betitelen, maar wie ben ik zonder mijn oordeel over goed of fout?
Er is geen hart zo heel als een gebroken hart. Voor mij betekend dit; daar waar mijn hart breekt, mijn façade, het ik-beeld, daar waar ik me nog identificeer met iets buiten mij, komt ruimte voor mijn essentie, voor leven, voor ‘ik ben’. En die ‘ik’ heeft een plek in deze wereld, zoals elke plant, mier, schimmel, tijger een plek heeft en nodig is. De vastigheid die gebroken wordt om een meer vloeiende beweging te vinden van binnenuit om samen schoonheid te worden, waar vast en vloeibaar samen één zijn, in balans zijn.
Alles wat ‘ik’ zie, of ik schrijf, is te zien door mijn brilletje, mijn gedachten. Hoe we iets ervaren ‘goed of fout’ hangt af van ons brilletje, onze gedachten en ervaringen, ons waarde oordeel. Iedereen heeft zijn eigen brilletjes, en wat ik zie als waarheid is daardoor subjectief. Het mooie is dat we kunnen wisselen van brilletjes. Zoals de boeddha zei, ‘met gedachten ervaren we onze werkelijkheid’.
Denkpunt, voor een vrij leven 😊
bron; Kabbala als levenskunst