
Over het oneindige denken en de werelden die wij creëren
“Wij kunnen ons een oneindig denkend wezen voorstellen want hoe meer een denkend wezen kan bedenken des te meer realiteit of volmaaktheid begrijpen we dat het bevat, dus een wezen dat oneindig veel, op oneindig veel manieren kan uitdenken, is noodzakelijk oneindig dankzij het denken. Aangezien we door alleen denken in aanmerking te nemen ons een oneindig wezen indenken is ‘het denken’ één van G’ds oneindige vele attributen.” Spinoza
In ieder moment schuilt de mogelijkheid om te denken, eindeloos veel gedachten, stromingen en werkelijkheden. Dit ‘denken’ wat ik bedoel omvat ook de gevoelservaringen die we waarnemen en benoemen, of niet kunnen benoemen. Dit denken is in de vorm, maar zelf vormeloos, ofwel energie die zich door materie heen beweegt. (Een metafoor zou kunnen zijn: de voet op zichzelf kan geen pijn ervaren, het is het brein dat aangeeft dat de voet pijn doet, maar de voet en brein zijn een verbonden heel, zo ook de gevoelservaringen en het denken.) Dit denken vormt hoe we de realiteit waarnemen, hoe we haar beleven, hoe we haar ervaren. Ons denken komt niet uit het niets. Het wordt gevormd door de cultuur waarin we opgroeien, door onze ouders en grootouders, hun ervaringen, normen, waarden en overtuigingen. Ook het onderwijs dat we ontvangen speelt hierin een grote rol, en ik zeg bewust ontvangen, omdat we vaak nauwelijks invloed hebben op welke ideeën en waarheden tot ons komen.
Met onze gedachten creëren we onze werkelijkheid: de menselijke ervaring. Eigenlijk bestaan er op deze wereld honderdduizenden werelden, elk gecreëerd door een ander mens. Immers ieder mens heeft zijn of haar innerlijke wereld, waarmee die de buitenwereld waarneemt.
De mensen om ons heen, ook wel buitenwereld, hebben zelf ook een eigen wereld waarmee ze interpreteren en waarnemen. En dit veld in de buitenwereld waar we elkaar ontmoeten is de spiegel. Ze spiegelen de innerlijke wereld. Ze bestaan als het ware in ons, en wij in hen.
Wanneer we de ander afwijzen, wijzen we vaak een deel van onszelf af, een deel dat we liever niet willen zien. Of, de ander laat ons iets voelen wat we diep vanbinnen vermijden. Toch weet ik niet zeker of we werkelijk in delen bestaan, al vind ik het heel helpende taal. Misschien zijn we geen verzameling fragmenten, maar een geheel dat verschillende ervaringen (fragmenten) doormaakt, en is het geen verzet tegen delen maar verzet tegen de ervaring. Want in de ervaring is er een gedeelte waar we zelf regie over hebben maar tegelijk een deel waar we geen regie over hebben, het overkomt ons.
Onze gedachten, emoties en gedragingen geven ons feedback over ons zielenleven. En onze omgeving reageert daarop. Niet alleen in woorden, maar vooral voelbaar: in energie, in de subtiele taal van non-verbale communicatie. Zo wordt onze buitenwereld een spiegel van onze binnenwereld, en weerspiegeld de binnenwereld naar buiten.
God schiep de wereld, en de mens naar zijn beeld, zodat ook wij onze werelden kunnen scheppen. Alles wat jij ervaart in jouw wereld, wordt gedragen in de wereld van God. Met mijn denken kan ik mijn buitenwereld waarnemen, de ander zien, de pijnstukken en de kracht in de ander herkennen. Tegelijk kan ik mijn eigen binnenwereld, mijn gedachten, mijn gevoelens, mijn gedrag observeren.
Alles is verbonden in een onzichtbaar netwerk van energie, door de tijd geweven. En hoewel er in wezen alleen het nu bestaat, kan het denken ons terugbrengen naar het verleden, of vooruitsturen naar de toekomst. Zo kan ik via mijn denken zelfs de trauma’s aanraken van generaties voor mij. Pijnlijke ervaringen die zijn ontkend, verzwegen, blijven misschien wel bestaan in het oneindige denken, totdat ze worden gezien, erkend, gevoeld.
Soms vraag ik mij af: Wat is het nut van het herbeleven van pijn? Waarom zou iemand dat willen? En toch, besef ik steeds meer: wij creëren. We kijken door de bril van ons verleden naar de realiteit van vandaag. Herbeleven is dan geen willekeurig lijden, maar een projectie die iets vertelt over onze binnenwereld. Zolang oude gedachten, oude gevoelens niet werkelijk erkend zijn, en heroverwogen worden, zullen we zien wat we altijd zagen, totdat we volledig aanwezig kunnen zijn bij alles wat ervaren wil worden. En in wezen bestaan ‘oude gedachten’ niet, ze zijn in het ‘nu’ enkel een herhaling. Zolang we niet zien dat elk denken realiteit schept, blijven we onbewust over de realiteit waarin we leven, en kunnen we onszelf ervaren als slachtoffer van het leven. Maar ons denken wordt gedragen in het oneindige denken: Attribuut van de Schepper. Als we enkel blijven geloven in eigen beperkte overtuigingen, blijven we creëren met die beperking, maar als we geloof hebben in iets groters dan onszelf, ontstaan er mogelijkheden buiten ons bereik.
Kunnen wij veranderen door inzicht of bewustzijn over al deze dingen?
Kunnen wij besluiten wanneer dat inzicht komt? Of is het ‘het oneindige denken’ God, die het moment bepaalt? Ik heb geen idee, zeer waarschijnlijk niet het één of het ander, maar beiden tegelijk.
Wanneer bewustzijn groeit, wordt de tijd het toneel van verandering.
Het verleden wordt verzoend in het heden. En in dat samengaan wordt iets nieuws geboren; transformatie. We kunnen het verleden niet veranderen, maar wel onze blik erop. En als onze perceptie verandert, verandert ook de ervaring, niet in de tijd, maar in de tijdloze ruimte van ons zijn.
Hoe zie jij ‘het denken’ en de oneindige en eindige mogelijkheden in de menselijke ervaring?